Over de waarde van kunst in tijden corona
“300 miljoen extra voor steun aan cultuur. Handreiking minister Van Engelshoven na kritiek”
Trouw, donderdag 16 april
Kunst ( of het nu muziek, dans, beeldende kunst of literatuur is) raakt diepere en onbekende lagen in ons en is daarom zo belangrijk. Voor mij zijn kunst en cultuur geen kers op de taart, zij zijn de boden, de basis, de worteling waarop de maatschappij haar samenhang, haar identiteit en haar welzijn fundeert.
Dirk de Wachter in “De kunst van het ongelukkig zijn”’
Sommige dingen mis je pas echt als ze er niet zijn: theater, concerten, musea. Je voelt de pijn als je kaartjes had voor de Mattheus, voor een cabaretvoorstelling, een toneelstuk, een klassiek-of popconcert, of misschien wel Oerol. En dat is dan je eigen pijn en je realiseert je hoe belangrijk dat soms is voor je welzijn. Je had je zo verheugd op die ene tentoonstelling en je moet het nu doen ( en gelukkig is die er dan nog) met Jeroen Krabbé. En vertwijfeld vragen sommigen zich af hoe dat straks moet komen. Enige tussenruimte in theater of concertzaal is nog voorstelbaar, maar wie, zoals ik, zich altijd erg verheugt op de grote concerten van bijvoorbeeld Bruce Springsteen, ziet zijn geest al zweven: anderhalve meter op het Malieveld??
Maar dan hebben we het over de pijn aan onze kant. Vervelend, laat dat duidelijk zijn en Dirk de Wachter verwoordt dat diepgaand: een samenleving die kunst en cultuur verwaarloost, graaft haar eigen graf. Het is geen luxe franje voor een kleine elite. En dan gaat kunst en cultuur wel wat verder dan het culturele erfgoed waar Halbe Zijlstra voor opteerde toen een aantal jaren geleden een enorme kaalslag plaatsvond.
Het lijkt misschien veel geld, 300 miljoen maar het is het niet. Want de pijn waar ik net over had, heeft ook nog een andere kant: uitvoerende kunstenaars, musici en theatermensen voorop, die van de ene op de andere dag hun inkomsten zagen verdampen. Over pijn gesproken. En ook zij zien met lede ogen de toekomst tegemoet. Zoals Theo Maassen het verwoordde afgelopen week bij Jinek: “ik kan wel een grap bedenken, maar hij wordt pas leuk met publiek.” Terwijl humor zo troostend kan zijn, juist als veel andere dingen wegvallen. En wat te denken van al die musea die van de ene op de andere dag niets meer binnen zagen komen. En voor hoe lang nog?
Gelukkig komt de minister over de brug. Jammer dat het pas na de nodige kritiek gebeurt. Over steun aan de KLM werd vanaf dag 1 geen moment getwijfeld, maar de kunst- en cultuursector heeft moeten wachten tot half april. Beschamend. Of veelzeggend.
Ondertussen zit diezelfde sector niet stil: er gebeurt van alles digitaal. Of gewoon ouderwets via de telefoon, zoals mijn dochter vertelde; meld je aan bij Tryater en je wordt gebeld door een acteur die jou een verhaal vertelt! Keuzemenu: wat je in vuur en vlam zet, of wat je ijskoud maakt. Fantastisch initiatief: la petite bonté noemde de frans-joodse filosoof Levinas dat ooit: de kleine, eenvoudige goedheid. Niks spectaculairs, maar o zo heilzaam.
Harrie Strubbe