Een terugblik
Het was stil in de straat gisteren. Overal vlaggen, maar nauwelijks mensen. Niet stil wat betreft geluid. De buurman van een paar huizen verderop had voor de gelegenheid zijn drumstel in de voortuin gezet en gedurende de hele dag klonken er drumsolo’s. Toch nog een beetje Bevrijdingsfestivalgevoel. Want ja, dat hoorde er al van toen de kinderen klein waren steevast bij: Leeuwarden, muziek, markt, verhalen ,mensen, vooral veel mensen, gezelligheid. Het werd in de afgelopen dagen ook steeds benadrukt: 4 en 5 mei zijn de dagen dat we ons het meest verbonden voelen.
Nou dat gevoel ontbrak gisteren toch wel heel sterk. Was het er de avond ervoor misschien wel meer dan anders, gisteren was vooral een dag met mooi weer, vrij, en ja….. om 5 voor 5 toch maar Shaffy opgezet, volumeknop flink open, net als de deuren en het raam, maar ik geloof dat we de enigen waren in de straat. Wij in het noorden doen dat blijkbaar niet zo gauw: net als een week of wat terug met het applausinitiatief.
Het was Bevrijdingsdag. Maar een wonderlijke. Gelukkig was er ’s avonds nog Krabbé’s zoektocht naar Chagall. Tot mijn verbazing de laatste al weer, want we waren voor mijn gevoel pas halverwege dat lange en bewogen kunstenaarsleven. Maar de laatste 4o jaar werden er in een kwartier tijd doorheen gejast. Zo ook het fenomenale glas-in-lood-werk uit die laatste periode. Dat komt er ook in de boeken vaak wat bekaaid af. Behalve dan in een prachtig boek dat ik mezelf vorige week maar eens cadeau gedaan heb: daarin worden alle vensters getoond, tot in detail en besproken. Dus ik heb alvast besloten het gat dat Krabbé liet vallen, komend seizoen voor de liefhebbers in te vullen: een paar avonden over de gebrandschilderde ramen van Chagall. Temeer omdat die bijna altijd betrekking hebben op de Bijbel.
Goed, het was Bevrijdingsdag. Voor sommigen reden om te demonstreren voor de opheffing van de lockdown. Die roep wordt steeds luider. En als je ziet wat er in de landen om ons heen allemaal gebeurt, dan snap ik dat ook wel en herken ik het ook. Naar zich nu laat aanzien gaat de toon van de communicatie dan ook veranderen: niet meer vanuit wat niet kan, maar vanuit wat wel. En dat lijkt mt verstandig: dat kunnen we dat zogenaamde ‘nieuwe normaal’ ook gewoon ‘abnormaal ‘ blijven noemen. Dan kunnen we in elk geval de hoop blijven koesteren dat het ooit weer eens normaal wordt. En hoop geeft uithoudingsvermogen, meer dan restrikties.
Harrie Strubbe
N.B. Morgen even wat anders. Ik heb het in de afgelopen tijd ook al een paar keer over het belang van de cultuursector gehad. In dat kader wat tips van mijn dochter, werkzaam bij Keunstwurk en redactielid van ‘Diggelfjoer’, de dorpskrant van Wommels, waar zij de bijdrage van morgen in had geplaatst. Warm aanbevolen!