Zingen met een mondkapje?
Het is vandaag maandag 6 juli. Een bijzondere dag: het is vandaag op de dag af 25 jaar geleden dat Sebrenica viel. Een zwarte dag in de recente geschiedenis van Europa. Een gebeurtenis met een enorme impact vooral. Voor de slachtoffers allereerst. Maar ook voor de betrokken Dutchbat-militairen die in de tijd na de val nogal over zich heen hebben gekregen, soms heel begrijpelijk maar lang niet altijd terecht. Voor de politiek. En voor Europa. We horen het nogal eens gezegd worden: we leven al 75 jaar in vrede, maar dat geldt dan wel voor ons deel van Europa. Bosniërs zullen daar andere gedachten over hebben en zij niet alleen. De val van Sebrenica is alleen daarom al een oproep om het Europese project, waar soms veel op af te dingen is, toch maar te koesteren en verdere exit-acties achterwege te laten. Het hele gebeuren krijgt in deze dagen veel media-aandacht en dat is alleen al om die reden belangrijk.
Toch wil ik hier vooral terugblikken op gisteren. Want toen was het zover: na 17 weken (!) voor het eerst weer een fysieke kerkdienst, coronaproof. En dat laatste betekent wel iets. Toen ik afgelopen week even in de Sint Jan was en de corona-opstelling zag ( 30 stoelen met vooral heel veel ruimte daartussen) zonk de moed me wel even in de schoenen: is dit het? Maar toen die stoelen gisteren merendeels bezet waren, gaf dat al weer een andere aanblik. Maar onwennig was het wel. Ik zou zo beginnen te zingen bij het eerste lied en ik bleek niet de enige te zijn. Want dat is, naast het wat onwennig binnenkomen en die ongemakkelijke onderlinge afstand, toch de grote beperking tot op dit moment. Het is allemaal op te vangen door muziekfragmenten, al dan niet live, een solostem, videoclips, maar of dat op de lange duur werkt……
En toen kwam er vlak voor het weekend het bericht dat zingen in de kerk weer zou kunnen. Het Friesch Dagblad kopte afgelopen vrijdag: ‘Protestantse Kerk: zingen vanaf 12 juli weer toegestaan.’ Dat klonk allemaal als onverwacht positief nieuws, dat bij verder lezen helaas al weer snel getemperd werd. Het bleek vooral te gaan om grote kerk met goede ventilatiesystemen. Deze week komt er een rekenmodel, jawel, om te zien aan welke ruimtes en systemen we dan moeten denken: hoeveel vierkante meter, hoeveel kubieke meters, hoe hoog het plafond, welke ventilatiessyteem. De lust om te zingen vergaat je acuut. Ondergrens ligt bij 1000 kubieke meter en een plafondhoogte van 4 meter. Dat laatste is voor ons geen probleem, dat zit vooral in de ventilatiemogelijkheden. Het lijkt erop dat we onder de categorie kerken vallen voor wie het advies klinkt: toch nog maar niet. En wil je wel, dan zijn er forse (ventilatie-)systemen nodig. Of zoals ik al eerder tegenkwam: wil je toch perse zingen, dan maar met een mondkapje. Nou, dat dacht ik dus niet! Dan nog maar even niet. We zullen de richtlijnen eerst nog maar even afwachten en nader bestuderen, maar het zal voor de komende tijd nog wel even creatief zoeken blijven naar andere invullingen. En misschien ook wel naar een zekere gewenning aan het ongemak. Of toch maar naar buiten, al waren we gisterenochtend blij dat we niet voor die optie hadden gekozen, want onderweg naar Deinum had ik niet het gevoel dat dit de eerste zondag van de vakantie was, de eerste van juli. Je waande je eerder onderweg op een herfstige zondagmorgen. In die zin hoop ik voor al die mensen die deze keer in eigen land op vakantie gaan, dat snel wat minder wisselvallig wordt en misschien een paar graden warmer…..
Harrie Strubbe