Trage TV in onrustige tijden
Het zijn onrustige dagen, deze laatste, oververhitte weken van deze zomer: er gebeurt van alles. Op het internationale niveau en in onze eigen samenleving. Met bewondering kijken we naar de talloze Wit-Russen die de moed hebben om de straat op te gaan om hun ongenoegen te uiten over de ongetwijfeld gefraudeerde verkiezingsuitslag. Daar is moed voor nodig, want de repressie loog er niet om.
Met heel wat minder bewondering, eerder ergernis, kijken we al dagenlang naar rellende jongeren die een aantal oude stadscentra terroriseren. Uit verveling zeggen sommige deskundigen. Dat zal dan wel, maar ik vind het geen afdoend argument om je zo te gedragen. Het lijken allemaal uitingen van ongenoegen te zijn in reactie op de tijd die we achter ons hebben liggen. Allemaal ventieltjes die er blijkbaar even af moeten. En we zien wel heel veel eigen gelijk en eigengereidheid passeren, bijvoorbeeld bij uit problematische vakantiebestemmingen terugkerende toeristen.
En toen was het zondagavond en keerde de rust terug; drie uur lang Zomergasten bij de VPRO met een toch eigenlijk wel verrassende gast: CU-politica en bewindsvrouw Carola Schouten. En ach ja, natuurlijk werd het Mediapark direct maar weer belaagd door een groep protesterende boeren. Want waar Carola is zijn boze boeren nooit ver weg. Maar hun protest drong niet door tot in dat maffe decor, het dak van een caravan midden in het water. Twee vrouwen in gesprek met elkaar naar aanleiding van tv-en filmbeelden. Een concept wat op geen enkele manier meer lijkt te passen in onze jakkerende tijden, maar het is soms een weldaad. Natuurlijk, altijd afhankelijk van de gast.
Gisterenavond dus een openhartige Carola Schouten, die we zorgvuldig zoekend naar woorden ( met de bijbehorende stiltes) haar ziel zagen blootleggen. Ik hoop eigenlijk dat heel veel boeren in Nederland de moeite hebben genomen om te kijken. Want we zagen een vrouw die niet maar wat doet en roept, maar die we hard zagen werken ( want dat was het soms) om duidelijk te maken wat haar drijfveren zijn, die zichzelf voortdurend de vraag stelt: doe ik het goed, ben ik goed genoeg voor mijn taak. Verrassende illustratie daarvan kwam uit de film ‘Two popes’ waarin de Benedictus en Franciscus met elkaar in gesprek zien, precies rond die vragen.
Grappig genoeg kwamen de preek van gisterenmorgen en de zoektocht van Schouten bij elkaar: ging het ’s morgens over een naamloze vrouw, een Kananeese, maar dat is geen naam, maar een soort- een groepsaanduiding, op het gevaar af weg gezet te worden, in een hokje en dus in de hoek, ’s avonds zagen we Schouten zoeken naar het zicht houden op de individuele mens in de grote politieke processen: hoe doe ik die individuele mens met zijn of haar verhaal en zorg recht, zo was haar vraag. Niet door hen allemaal gelijk te geven, zoveel is wel duidelijk, maar hoe dan wel. En je zag de oprechte worsteling. En je hoeft dus geen CU-stemmer te zijn om daar bewondering en waardering voor te hebben: zulke politici zijn gewenst.
En toen was er Tel Aviv.
Een stad die haar bijzonder lief is. Waarom? Vanwege de vrijheid. Daar kan ik zijn wie ik ben, of zelfs, wie ik wil zijn, zo klonk het. En dan schiet je even door het hoofd: wat zit jou hier dan in de weg om dat te zijn: je rol als bewindsvrouw, je vrijgemaakte achtergrond? Ik vond het een opmerkelijke uitspraak.
Maar het leverde bij elkaar een trage en daarom mooie tv-avond op midden in roerige, onrustige tijden.
Harrie Strubbe