De krakende stem van een bijna 80-jarige
Gisterenavond heb ik hem voor het eerst beluisterd: de afgelopen week uitgekomen nieuwe CD van de bijna 80-jarige Bob Dylan. Rough and rowdy ways is de titel van deze dubbelaar. Na 8 jaar geen eigen werk geen eigen werk meer te hebben opgenomen, nu weer 10 eigen nummers, waarvan het laatste, ‘Murder most foul’, maar liefst 17 minuten duurt en om die reden een eigen CD kreeg. Dylan mijmert in dat nummer over de impact die de moord op John F. Kennedy op de wereld heeft gehad. En zo horen we hem het liefst. Mijmeren is misschien sowieso een goed woord voor dit album. Het zijn stuk voor stuk lange, over het algemeen traag stromende nummers die uitnodigen om ze rustig te beluisteren en de teksten tot je laten komen. En warempel, die zijn zo waar zeer behoorlijk ( maar wel op zijn Dylans) en verstaanbaar gezongen. En dat was de laatste jaren wel eens anders geweest: binnensmonds gemompel.
Het is inmiddels het 39e studioalbum. Een indrukwekkend oeuvre, dat al in de vroege jaren 60 begon. Liefde, dood, wat er gaande is in de wereld en zijn eigen leven daarin, het zijn de thema’s die kleur geven aan dit album. En als je hem dan in een openhartig liefdeslied hoort zingen dat hij, 79-jarige, het evangelie van de liefde predikt, dan is het weer helemaal goed.
Dus toen ik vanmorgen nadacht over waar ik vandaag over zou schrijven, werd het dus Dylan. Het had ook Arjen Robben kunnen zijn met zijn, vriend en vijand verrassende, terugkeer op de Nederlandse velden, als speler bij zijn oude club, FC Groningen.
Ik had ook kunnen schrijven over ons nationale demonstratieterrein, het Malieveld ( wat ik zelf toch nog altijd vooral associeer met een onvolprezen concert van Bruce Springsteen), dat tegenwoordig vooral de rol speelt van een soort oversized zeepkist waarop iedereen zijn of haar mening kan ventileren. En ik gebruik bewust dat woord, want soms kun je je niet aan de indruk onttrekken dat het om stoom afblazen gaat en kies dan maar een thema. Ik moet zeggen, ik benijd interimburgemeester Johan Remkes niet. Hij moet elke keer maar weer de afweging maken hoe te handelen en goed kiezen is nauwelijks mogelijk. Gisteren was het ook weer raak. Een door de rechter verboden en door de organisatie afgeblazen demonstratie, zorgde toch weer voor het nodige tumult. En laten we eerlijk zijn, het optreden van de politie ligt onder het vergrootglas en dat is te begrijpen. We zien toch liever niet het excessieve geweld van de amerikaanse agenten. Maar van de spreekkoren die dan klinken word ik niet vrolijk: de vergelijking met fascisten, landverraders en NS-personeel dat met de nazi’s collaboreerde, vind ik behoorlijk over de schreef. Zeker, het recht op demonstratie is een groot goed, en het spanningsveld tussen noodverordeningen en een parlementaire democratie is er een om scherp in de gaten te houden, en ja, vrijheid van meningsuiting….. maar moet je altijd alles maar willen roepen. Er komen soms wonderlijk allianties aan het licht op dat Malieveld, met bijbehorende wonderlijke sentimenten.
En toen hoorde ik de oude Dylan met een krakende stem zingen dat hij ‘the gospel of love’ predikt. Gelukkig maar, dacht ik toen.
Harrie Strubbe