God in Frankrijk
Adembenemende sport was het afgelopen zaterdagnamiddag: een sensationeel einde aan een in vele opzichten toch al bijzondere Tour. Na weken lang gele dominantie met de sponsornaam van een Brabantse grootgrutter, gebeurde het onwaarschijnlijke: een piepjong rennertje ging er met de hoofdprijs vandoor na een fenomenale tijdrit op de flanken van La Planche des belles filles.
Een verrassing voor de volgers, een deceptie voor die hardwerkende miljoenenformatie van onze eigen nationale paradepaardjes als Dumoulin en Geesink. En mijn gedachten gingen direct terug naar die andere beslissende tijdritten aan het eind van de Tour: het duel van Jansssen en Van Springel , en nog veel closer, dat van Fignon en Lemond;het verschil op de streep bleek een luttele acht seconden. Een streep die overigens toen in Parijs lag; het betrof in beide gevallen de slotetappe. Een ware apotheose. En had het dat nu ook niet moeten zijn? Natuurlijk, al die sprinters in het peloton hadden zich niet voor niets over de alpencols heen gesleurd: hen wachtte nog het sprintersbal in het hart van Parijs. Ook dat is traditie, merkte Thomas Dekker in de Avondetappe op. En ook dat is waar. Maar om die reden moest het hele circus wel honderden kilometers worden verplaatst. En dat deze keer niet door neutraal gebied. Want ja, het is coronatijd en Frankrijk lijkt zich toch serieus op te maken voor een tweede golf en drie weken lang hing dan ook de vraag ‘halen we Parijs’ als een donkere wolk boven het peloton. Maar bij het zien van de soms onwaarschijnlijke hoeveelheden toeschouwers langs de weg, als van ouds joelend en schreeuwen en meehollend, hield je je hart wel eens vast. Zeker ook afgelopen zaterdag. Maximaal 5000 mensen zouden er op de hellingen van de Vogezencol worden toegelaten. Nou, ik ben maar niet gaan tellen, daarvoor was de wedstrijd veel te spannend, maar het was duidelijk een veelvoud. En dat leverde verontrustende beelden op, voor de veiligheid van de renners (ook sportief gezien) maar deze keer ook nadrukkelijk voor de volksgezondheid. Geen enkele renner is vanwege Covid uitgevallen. Ironisch genoeg moest alleen tourbaas Prudhomme een week in quarantaine. Juist hij; na Macron in de afgelopen weken de belangrijkste man in Frankrijk. Gedraagt de eerste zich soms wat als de kleine keizer van weleer, dan is Prudhomme ‘God in Frankrijk’. Want laat daar geen misverstand over bestaan: de Tour is heilig in Frankrijk en ja, wat zegt dat over de Tourdirecteur? Drie weken lang enorme massa’s mensen op de been, in een tijd dat grote delen van dat land van oranje naar rood kleurden. Dat begon al bij de start in Nice en het eindigde gisteren in Parijs. De renners zaten in hun bubbels en de kans op besmetting door dolgedraaide fans langs het parcours schijnt minimaal te zijn. Maar al die mensen zelf? Maar de Tour is heilig en moest dus in Parijs eindigen. Dan maar in vervreemdende omstandigheden ( want dat was het gisteren tegelijk wel). Wat het effect er van zal zijn, zullen we met een paar weken wel zien. Maar God in Frankrijk kan voorlopig tevreden achterover leunen: zijn besmetting bleek mee te vallen en zijn heilig circus kreeg een prachtige en vooral verrassende winnaar. De nieuwe generatie klopt nadrukkelijk aan de deur. Dat belooft nog wat.
Harrie Strubbe