Op glad ijs?
Het is eind augustus. Een zeer ongebruikelijk tijdstip, maar… de Tour is van start gegaan. In onwerkelijke omstandigheden, in een onwerkelijk decor. We zijn in Frankrijk, notabene in een regio die door de Franse overheid als rood werd aangewezen, in een land dat dit weekend piekte naar 70.000 nieuwe coronabesmettingen. Dat lijkt spelen met vuur, of, en daar leek het tijdens de eerste etappe meer op, bewegen op glad ijs. Een spekglad wegdek zorgde er voor dat de coureurs bij bosjes tegelijk over het asfalt schoven of hardhandig met verkeersborden in aanraking kwamen. Gelukkig bleek er nog sprake van enig gezond verstand binnen het peloton en neutraliseerden de renners de koers zelf toen de omstandigheden veilig fietsen onmogelijk maakten. En ja, veiligheid is op dit moment wel een issue in het wereldje dat wielrennen heet.
En dan toch maar starten, in zo’n rood gekleurd district? Ja dus en de belangen zijn ongetwijfeld groot. Maar het is een onwerkelijk gezicht; al die mondkapjes, de uiterst knullige, want veilige, podiumceremonie. Een ploegenpresentatie met zwaaiende renners naar een publiek dat er niet is. Het is allemaal wennen. Maar dan is er onze eigen, als altijd broodnuchtere Bouke Mollema. Alleen hij zonder mondkapje en dus goed verstaanbaar. Hoezo zonder? Wel, onze Bouke, geen domme jongen, meent in het 18 pagina’s tellende coronaprotocol van de tourorganisatie te hebben gelezen dat als de journalist maar afstand houdt en in de buitenlucht zijn vragen stelt, hij het wel zonder mondkapje kan doen. Jammer voor de sponsor, want die hebben al lang begrepen dat dat een nieuw en goed zichtbaar reclameplekje is. We hebben ze in al in allerlei varianten voorbij zien komen. Maar zo niet bij Bouke. We gaan zien hoe lang hij dat vol kan houden.
Maar meer is er nog de vraag: en hoe lang gaat de Tour het volhouden? Wordt Parijs gehaald, hoe komt het straks met het publiek op de echte serieuze cols? De vragen rond de Tour lijken veel op de vragen van elke Europese samenleving. Het blijft iets van je bewegen op glad ijs. En je weet niet hoe het gaat komen.
Ook als kerk hebben we toch een pas op de plaatst gemaakt. Vanaf september niet zoals eerder gedacht weer wekelijks kerk, maar eenmaal per twee weken, met nog altijd de bijbehorende beperkingen. Het stelt ook vragen bij de mogelijkheden voor onze activiteiten verderop in het jaar. Het lijkt allemaal een kwestie van je gezonde verstand gebruiken en zien wat mogelijk is. Net als in de Tour. Wie weet halen we Parijs dan toch.
Harrie Strubbe