Versoepeling: Botox? Yes, you can!
Versoepeling lijkt het woord van de dag te zijn. In afgelopen dagen werd er weer het een en ander mogelijk: vakantieparken mogen hun poorten weer, zij het beperkt, openen, topsporters mogen weer gaan trainen, fysiotherapeuten kregen op de valreep te horen dat zij met de nodige voorzorgsmaatregelen weer aan de slag kunnen. Niet onbelangrijk, die laatste groep.
En o ja, zeker niet onbelangrijk: de botoxklinieken mogen weer open. In Den Haag schijnt men namelijk te denken dat heel Nederland ’s morgens voor de spiegel niet denkt: ‘Dat haar, ondanks drie zelfknippogingen, drama’! Nee, heel Nederland schijnt ’s morgens voor de spiegel te denken: “Het is weer hoogtijd voor een botoxje!”. Misschien dat dat rond Den Haag ook wel zo is.
Waarom zeur ik hier nu zo over door? Wel, heel Nederland snakt naar versoepeling en dus kijken we met zijn allen elke keer weer halsreikend uit naar nieuwe afkondigingen. Maar we kunnen ons daarbij niet altijd aan de indruk onttrekken dat daar soms ook enige willekeur bij naar binnen sluipt. Ik kan me de frustratie van de kappers bij Jinek gisterenavond wel voorstellen en ik denk ’s morgens voor de spiegel inderdaad wel eens van: “hmmmmm”.
De onvoorspelbaarheid van de versoepeling zorgt ook voor onrust. Los van alle economische belangen, is er ook telkens de vraag: ‘En is dit verantwoord?’ Terwijl het basisonderwijs zich voorbereidt op de herstart, klinken er weer verontrustende geluiden over de overdraagbaarheid van het virus door kinderen. Het gevoel bekruipt je dan een klein beetje dat de regie wat zoek begint te raken.
En de kerken? Waar bisschip De Korte in Trouw vandaag speculeert op verruiming van de mogelijkheden na 1 juni ( hij deed deze week ook al een priesterwijding met handoplegging, keurig met gedesinfecteerde handen) liet PKN-scriba De Reuver weten nog geen enkel signaal te hebben ontvangen dat de beperkingen voor kerkdiensten na 1 juni worden opgeheven. Hij voegt daar aan toe dat kerken druk bezig zijn met protocollen voor de ‘anderhalvemeterkerk’. Volgens hem een lastige opdracht. Ja, dat zal wel. Alleen het woord al, dat vloekt haast met wat je als kerk wilt zijn: een gemeenschap die zich laat kenmerken door nabijheid. Anderhalvemetergesprekken, ook zo’n woord, zijn over het algemeen minder diepgaand, zo stelde een filosoof een dag eerder in diezelfde krant. Maar goed, we zullen inderdaad iets moeten bedenken, als die anderhalve meter, ik kan het woord haast niet meer horen, het nieuwe normaal wordt. Hoe, daar zullen we ons ook in onze gemeente over moeten buigen. In de kerkruimten zal dat deels nog wel lukken, maar dat vermaledijde deurbeleid: wat doe je met kerkganger 31 en 32? Naar huis sturen? Je moet er toch niet aan denken!
Versoepeling….. het levert vooral nog vragen op. En dat zal ook nog wel even zo blijven.
Harrie Strubbe