Waar twee of drie…..
In de berichtgeving rond de mogelijkheden en onmogelijkheden van kerkelijke vieringen gaat het vaak om een paar zaken: het aantal mensen dat mag samenkomen, het ‘verbod’ op zingen en het niet kunnen koffiedrinken met elkaar ( althans zoals gewend). Nu zijn we dat laatste bij ons in Terpoarte weliswaar niet wekelijks gewend, maar toch. Als je nadenkt over die drie zaken, dan lijkt de nadruk vooral toch te liggen bij het sociale aspect. Want ook bij dat zingen gaat het vooral om het samen kunnen zingen. Een paar stemmen, een solozanger of een youtube-fimpje, allemaal aardig, maar het gaat om het gemis van het samen zingen.
De viering dus als sociaal moment. Voor veel mensen waarschijnlijk heel herkenbaar. In die zin stond er in het FD van dinsdag een ‘ontregelend’ artikel van de predikant van de Nederlandse Kerk in Londen, Bertjan van de Lagemaat. Zijn gemeente was natuurlijk ook getroffen door de ( veel strengere) lockdown van de afgelopen maanden. En nu ze zich opmaakte voor weer een nieuwe start met allerlei activiteiten, introduceerde Boris Johnson vorige week de regel van zes. Voor bijeenkomsten geldt: je mag met niet meer dan zes mensen samenkomen.
Enige paniek sloeg toe: hoe moest je daar als kerk nu mee omgaan? Totdat tijdens een bijeenkomst met anglicaanse collega’s hem het bericht bereikte bij monde van aartsbisschop Welby: de regel geldt niet voor kerken, want: ‘een kerkdienst is geen sociale bijeenkomst van mensen maar een ontmoeting met God’. Lang leve de hoogkerkelijke gedachte, schiet het dan door je heen. Stel je voor dat het alleen maar om ontmoeting en koffiedrinken zou gaan: dan ging de toko opnieuw dicht daar in Engeland. Maar los daar nog van: het geeft je ook te denken. Waar gaat het bij ons eigenlijk om? Er is een consistoriegebed voorafgaande aan de viering. Daarin wordt niet om gezelligheid ( een woord dat je maar vaak genoeg hoort in kerkelijke kringen) gebeden, maar zoals het bidden zelf als suggereert, om ontmoeting met de Eeuwige. Dat maakt liturgie tot een heilig spel. En het is misschien wel goed om dat maar weer eens binnen te laten komen. Introïtus, drempelgebed, het zijn allemaal woorden en momenten die duiden op het binnentreden in een andere werkelijkheid, die van God. We doen dat al gemeente, samen, en dat is een sociaal gebeuren, maar dat is niet het eigenlijke van de viering. Een ontmoeting met God en daarom geldt de regel van zes ( voorlopig in elk geval) nog niet daar in Londen. En ons biedt het aanleiding om nog eens goed na te denken waarom we eigenlijk ook al weer naar de kerk gaan. En niet alleen dat, maar ook bemoediging: er zijn beperkingen, zeker, maar die raken dus niet aan het geheim van de liturgie.
Harrie Strubbe