Warm aanbevolen voor regenachtige dagen of anderszins
Afgelopen zaterdag is op 85-jarige leeftijd Per Olov Enquist overleden. Nu zal niet iedereen direct op de punt van zijn stoel gaan zitten bij dit bericht, maar ik koester de hoop daar enige verandering in te kunnen brengen.
Enquist wordt wel de grand old man van de Zweedse literatuur genoemd ( en Anna Enquist bewonderde hem zo dat zij zijn achternaam leende voor haar schrijverspseudoniem) En hoewel ik absoluut geen liefhebber ben van haar werk deel ik die bewondering wel. En naar aanleiding van zijn overlijden en in deze tijd dat een goed boek zeer welkom kan zijn, daarom hier aandacht voor zijn werk.
Enquist schrijft vooral historische romans. Nu is dat niet direct een aanbeveling misschien, maar hij doet dat op zijn heel eigen manier met een heel bijzonder, soms haast bezwerend, taalgebruik. Met zijn neiging om bepaalde zinnen te herhalen heeft het soms haast iets van een soort ‘tale Kanaans’. En dat hoeft ons niet te verbazen, want Enquist komt uit een zeer religieus milieu en dat speelt op allerlei manieren mee in zijn boeken, die daardoor soms ook een sterk autobiografisch karakter hebben. Wat hem er overigens niet van weerhield om onder de titel ‘Een ander leven’ in 2008 een heuse, uiterst boeiende autobiografie te laten verschijnen. Daarin vertelt hij zeer beeldend over de opvoeding die hij kreeg van zijn zeer vrome moeder:
Hij is aardig. Dat lijkt een probleem te zijn voor zijn moeder. Centraal in haar religieus en pedagogisch onderricht staat dat een kind oprechtheid moet worden bijgebracht, dus rein van hart moet zijn en dat hij zonder vrees zijn zonden moet bekennen. Als hij dat doet is er vergeving. Hij begrijpt dat alleen degenen die toegeven:’ ik was fout’, door de mensen gerespecteerd worden.
Het probleem is alleen dat hij omdat hij zo aardig is, nooit fouten heeft om op te biechten. Hij lost het dilemma op, na drie achtereenvolgende zaterdagen tot zijn eigen en zijn moeders teleurstelling gras gekauwd te hebben zonder een zonde te hebben begaan, een zonde te verzinnen. Hij bekent bij de kruidenier een snoepje te hebben gestolen.
Zijn moeder is geschokt door zijn bekentenis, maar ze prijst hem uitvoerig, omdat hij het bekend heeft en na het bidden slapen beiden rustig in omdat Jezus Christus de zondaar ongetwijfeld vergeven heeft. Waar hij geen rekening mee heeft gehouden, is dat zijn moeder de week erop zijn zonde aan de kruidenier vertelt. Deze man kent haar goed omdat ze beiden actief zijn in de geheelonthoudersvereniging. Ze vertelt dat haar kind een snoepje heeft gestolen. Dan valt de hemel naar beneden.
Enquist groeit op in een luthers milieu van zeer evangelische snit. Hier ligt ook de voedingsbodem voor zijn fascinatie met deze religiositeit zoals die naar voren komt in een van zijn grote romans, De reis van de voorganger, over Lewi Pethrus, de oprichter van de Zweedse Pinkstergemeente, een zeer mystieke charismaticus met een nogal links hart. ( heden ten dage een opmerkelijke combinatie.
Zijn bekendste roman, waar niet-kenners van zijn werk ook het beste mee kunnen beginnen, is ‘Het bezoek van de lijfarts’ , een boek dat speelt aan het hof van Denemarken , 2e helft van de 18e eeuw, waar de geestesziekte Christian op de troon zit, en zijn lijfarts, een verlichte geest, een gooi naar de macht doet. Een fascinerend en tragisch boek, met prachtige taal.
Ik heb in Uppsala gewoond, in Berlijn, in Parijs, in Los Angeles, in Kopenhagen. Een lange reis voor een jongen uit een klein dorpje, zo vertelde Enquist in een interview met de Volkskrant ooit. Uit zijn autobiografie weten we overigens dat enkele decennia na hem nog een grote schrijver uit datzelfde kleine dorpje zou opstaan: Stieg Larsson ( Millenium-trilogie).
Een bijzondere schrijver en daarom van harte aanbevolen in deze leestijden!
Harrie Strubbe