Zeg, Mondkapje, waar ga je heen?
Mondkapje gaat het eikenbos in. Daar houden de dwergen zich schuil, onder het motte ‘Small Lives Matter’.
Aldus de inmiddels ook al weer 75 jaar oude Freek de Jonge in de voorstelling waarmee hij aanstaande vrijdag en zondag in Carré zal staan. Ik heb deze week blijkbaar wat met heren op leeftijd: na Dylan afgelopen maandag, nu dus Freek. Maar ze doen het dus nog maar, denk ik dan. En ook al ontpopt De Jonge zich zo nu en dan tot een grumpy old man, ik hou een zwak voor hem.
Het is vandaag 1 juli: de dag dat ons land bijna helemaal uit de lock-down is. En dus gaan ook de theaters weer open, zij het met de nodige beperkingen. En die zijn van dien aard dat De Jonge zegt te overwegen maar een applausmachine mee te nemen, zodat hij na elke grap zelf op een knop kan drukken, want ja, gaat dat werken: cabaret in een coronaproof gevulde zaal? Dat is inderdaad wel een vraag. En niets is pijnlijker voor een grappenmaker dan dat het lachen uitblijft. Je kunt er de eerste keer nog mee weg komen door te zeggen dat je hem zelf wel leuk vond, soms breekt dat het ijs, maar dat lukt geen tweede keer.
Freek zou Freek niet zijn, als domineeszoon, als hij toch ook niet wat zou gaan preken. Hij heeft de afgelopen tijd als een uitzonderlijke tijd ervaren, van ‘bijbelse proporties’ zelfs. De corona kwam ook binnen, zijn vrouw Hella werd er door getroffen. Maar het gaat De Jonge om meer: “Een machinerie die onstuitbaar leek, kwam opeens tot stilstand”. Kans voor een nieuw begin? We hebben het daar hier al eens eerder over gehad. De Jonge is niet hoopvol. “We leven in een seculiere, losbollige vakantie-en vrijetijdssamenleving. Het enige wat als eerste weer is opgestart is de pretkant. We beginnen weer met vervuilen en herriemaken.”
De Jonge ten voeten uit. Moraliserend? Ja. Maar een punt heeft hij wel. Opeens bepalen de economische belangen weer de toon. En u hoort mij niet zeggen dat de economische schade wel mee valt, want dat doet ie niet en de grootste klappen moeten misschien nog wel komen. Maar Freek stelt wel de vraag of we nu nog wat geleerd hebben van deze crisis of gaan we straks weer volledig op de oude voet voort? Allerlei organisaties voor (biologische) streekproducten leken in eerste instantie wel te varen bij dat vermeende bezinningsproces, maar ook daarvan moet nog maar blijken wat gaat beklijven.
“Maar je hebt er weinig aan om somber te worden” aldus De Jonge. En inderdaad, pessimisme heeft ons nog niet zo vaak veel verder gebracht. Het lijkt eerder tijd voor een eerste voorzichtige maar ook kritische terugblik op de afgelopen maanden. En die komt ook volop op gang, bij wetenschappers, politici en, gelukkig maar, bij cabaretiers.
Harrie Strubbe